Bontebok
Bontebok is een streekdorp bij een voormalige sluis in de Schoterlandse Compagnonsvaart dat in 1980 pas de status van een dorp kreeg. Daarvoor hoorde het voor het grootste deel bij Nieuwehorne en een kleiner westelijk gedeelte werd bij Bovenknipe gerekend. Het heeft zijn naam die al op kaarten vanaf het begin van de 18de eeuw voorkomt, te danken aan een sinds lang verdwenen herberg. Het graven van de Compagnonsvaart was in 1640 namelijk gevorderd tot de Bonte Bock. Deze herberg was er dus al vóór er in 1665 een verlaat (of vallaat, een kleine schutsluis) aangelegd werd. Deze werd in 1931 vernieuwd. Er staat nog een sluiswachterwoning die weliswaar niet uit 1665 stamt, maar het pand aan de Eerste Compagnonsweg 16 is volgens de gevelankers toch al uit 1725.
De streek is vanaf het midden van de 17de eeuw aan weerszijden van de vaart als gevolg van de veenwinning ontstaan. Het graven van de vaart en de dwars daarop staande wijken, het winnen en vervoeren van het veen en het daarna weer in cultuur brengen van de afgegraven gebieden gaven mensen een karig bestaan. Reden voor wat ambachtslieden en later ook nijverheid om naar dit gebied te trekken.
In Bontebok kwam in 1898 een coöperatieve melkfabriek, waar in 1903 ook een kaasmakerij bij kwam. Andere, soms grotere dorpen uit de omgeving was zo’n fabriek vaak niet gegeven. De fabriek heeft het tot 1966 uitgehouden, is nog een tijdlang confijtfabriek geweest en staat er nu wat desolaat bij. Vanaf 1923 heeft Bontebok een lagere school.
Tegenover de sluiswachterwoning staat aan de Eerste Compagnonsweg 1 een boerderij met een voorhuis in mengstijl, gebouwd in 1876. Op nummer 5 is een woonhuis nauwelijks meer te herkennen als het voormalige café. In 1909 is er de eerste steen voorgelegd, maar in 1983 had het café het definitief afgelegd. Even verder op nummer 11 de kop-hals-rompboerderij Oud-Hogeveen die na een brand in 1931 een voor toen modern voorhuis kreeg.