Expositie in bieb Heerenveen over ontspannen in uitspanningen Oranjewoud
Van dinsdag 19 juni tot en met zaterdag 29 september is een fototentoonstelling over ontspannen in uitspanningen in Oranjewoud te zien in het Historisch Informatiepunt (HIP) op de eerste verdieping van de bibliotheek in Heerenveen. Iedereen is welkom om deze HIP-expositie, samengesteld door de tentoonstellingscommissie van de Stichting Werkgroep Oud-Heerenveen, tijdens de openingsuren van de bieb aan het Burgemeester Kuperusplein 48 te bezichtigen.
Tot het midden van de 17de eeuw was het gebied dat wij nu Oranjewoud noemen niet meer dan een uitgestrekte wildernis. In 1664 bracht Albertine Agnes, weduwe van stadhouder Willem Frederik, daar verandering in. Zij kocht de heidevelden tussen Brongerga en Oudeschoot en stichtte er een buitenverblijf om zich te kunnen ontspannen. Albertine Agnes noemde haar bezit Orangie-Woud. De
bezoekers kwamen zowel uit de directe omgeving als van ver naar Oranjewoud. Vooral de Oranjerie met exotische planten trok veel belangstellenden.
Voor degenen die van ver kwamen werd, met toestemming van Willem IV, rond 1740 een herberg gebouwd: De Tent, het eerste logement van Oranjewoud. In 1838 verrees aan de overkant De Koepel, die later werd voorzien van een uitbouw met een toneel. Toenmalig uitbater Simon Lantinga, een buikspreker, was hiermee zeer verguld. Tot ver in de omtrek was zijn reputatie bekend en hij trok daardoor veel bezoekers. In 1962 werd De Tent afgebroken en De Koepel verdween twee jaar later. Op het terrein verrees de bungalow van de familie A. Gaastra, die haar onderkomen ook De Tent noemde.
In 1904 kocht Jacob Mintjes de Vries een perceel in de bocht van de weg naar Oranjewoud (de huidige Prins Bernhardweg) en liet er een koffiehuis bouwen. Een latere eigenaar verhuurde het etablissement in 1907 aan J. Weener, die het de naam Café Oranjewoud gaf. In 1911 werd het gebouw uitgebreid, zodat het als pension kon fungeren. Voor kinderen waren er een glijbaan, een dwaalgrot met lichtkoepel en een onderaardse gang. In de grot was een spiegelzaal: een unicum in de noordelijke provincies!
In 1834 liet J.N.H. Meijer bij de kruising Zandweg-Krukmanslaan-Tjeerd Roslaan een tweede logement bouwen. Daar het nabijgelegen sparrenbos Heidewoud heette, kreeg ook het hotel deze naam. In 1877 werd Heidewoud verkocht aan Jan Tjaarda. Deze vermaakte het tot Hotel Tjaarda omgedoopte gebouw aan zijn neef Willem Tjaarda. Diens zoon Andreas moderniseerde het oude pand en aan de overkant werd in 1891 een speeltuin aangelegd, die steeds van nieuwe toestellen werd voorzien. In 1907 kocht Andreas de ‘Berg van Brongerga’ tegenover Klemburg, waarop hij een houten uitkijktoren of belvedère liet bouwen. In 1927 werd in het geheim een doolhof aangelegd met 8.000 haagbeuken, waar Andreas aan het eindpunt van de gangen lachspiegels liet plaatsen. Tot de afbraak in 2016 was de speeltuin bij Tjaarda een populair familie-uitje.